|
||||||||
Wie kent de broertjes Adderley niet? Met hun Quintet scoorden ze diverse hits zoals “Mercy,mercy, mercy” (Joe Zawinul), “ Work Song”(Nat Adderley), “Sack O’Woe”(Julian Adderley) , wat dat betreft is hun succes te vergelijken met Art Blakey’s Jazz Messengers ( “Moanin’”, “Blues March”) en het Dave Brubeck Quartet ( “Take Five”, “Blue Rondo A La Turk”). Het meest succesvol waren ze met hun live opnames zoals het beroemde “Live at The Club” (1966), hier gaat het om precies dezelfde groep met Julian “Cannonball” Adderley (as), Nat Adderley (cornet), Joe Zawinul (pno, keyboard), Victor Gaskin (bs) en Roy McCurdy (drs), een vijftal dus en daarom klopt de titel van dit album niet, het is een quintet. SWR jazzhaus is een label dat live concerten uit het archief van de Südwestrundfunks in Stuttgart uitbrengt in verschillende series, deze is onderdeel van Jazz Heroes. Toen Julian Adderley halverwege de jaren ’50 een quintet begon met zijn jongere broer Nat was er nauwelijks iemand die geïnteresseerd was in deze nieuwkomers uit Florida. Eigenlijk was dat achteraf niet verkeerd want zodoende konden de broers eerst meer ervaring opdoen bij grote namen in de jazz. Nat deed dat in de bands van Jay Jay Johnson en die van George Shearing, daar ontwikkelde hij zijn elegante trompetspel dat zich beweegt tussen blues en bop. Het verhaal van Julian is bekend, hij trad toe tot de band van Miles Davis waar hij zorgde voor een perfecte balans tussen de reuzen Miles en John Coltrane. Dit leidde tot één van de beste jazzplaten aller tijden, in ieder geval het meest verkochte en heruitgebrachte “Kind of Blue”uit 1959, maar ook het onder zijn eigen naam uitgebrachte “Somethin’ Else” met o.a. Miles en Art Blakey is wat mij betreft een hoeksteen in de jazz. Toen de broers dus in 1959 weer bij elkaar kwamen waren beiden tot volle rijpheid gekomen en dat heeft ervoor gezorgd dat het Cannonball Adderley Quintet een van de meest succesvolle bands van de jaren ’60 werd. Dit was mede te danken aan het feit dat de muziek meer richting soul ging hetgeen vooral kwam door de bijdragen van Joe Zawinul een jonge pianist uit Wenen die zorgde voor diverse funky nummers. Jaren later werd hij een van de grondleggers van de jazzrock met Wayne Shorter in Weather Report. Ook deze opnamen uit 1969 zijn een waar feest voor het oor, het repertoire is een mix van bekende “hits” zoals “Work Song”, bop (“Blue ‘n’Boogie”) en blues (“Oh Baby”) en enkele minder bekende composities van Joe Zawinul (“Rumpelstiltskin”, “Walk Tall”) en het bekende “Somewhere”uit de Westside Story van Leonard Bernstein. Het concert begint met het nummer “Rumpelstiltskin” (Repelsteeltje, een sprookje van de gebroeders Grimm), een complexe en uitermate gevarieerde compositie waarin Cannonball alle remmen kan losgooien en laat horen dat de samenwerking met Coltrane niet aan hem voorbij is gegaan, heel verrassend ook voor mij. “Sweet Emma” geschreven door Nat is een heerlijke soulblues in de bekende Adderley stijl, lekker in het oor liggend en uitstekend om op te slijpen. Zawinul klinkt hier lekker bluesy zo ergens tussen Les McCann en Ray Bryant. “Somewhere” klinkt hier oprecht en overtuigend en glijdt nergens af naar kitsch wat snel kan gebeuren bij dit nummer (vgl. P.J. Proby). Roebuck Staples, zanger/gitarist en leider van de Staple Singers schreef “Why am I treated so bad” , een gospel die hier een gevoelvolle uitvoering krijgt. “The painted desert “ van Joe Zawinul is pure moderne jazz met een belangrijke rol voor slagwerker Roy McCurdy. Blues is er met “Oh Babe” van Nat die hier ook vocaal laat horen dat hij de weg weet met de blues, heerlijk stukje muziek, zeker voor een bluesfan like me, Joe is hier te horen op keyboards, jammer alleen dat de aankondiging van Julian slecht is te horen. Het tempo vliegt omhoog in het bekende bopnummer “Blue ‘n’Boogie” van Dizzy Gillespie. “Walk Tall” (Zawinul) is weer een lekker soulnummer met een gospelrandje. Uitsmijter is niet Mercy, mercy, mercy maar het minstens zo bekende “Work Song”. Een superieur album van de Adderley Brothers uit hun toptijd, hier geldt alleen maar “goede wijn behoeft geen krans” ! Jan van Leersum.
|
||||||||
|
||||||||